In plaats van te verhuizen, maximaliseerde dit stel de ruimte in hun appartement in Chicago
Devin Kirk en Chad Idol met hun zoon Harry in de woonkamer.
Kirk schilderde de muren van de foyer met de hand in Farrow & Ball's Stone Blue en Hague Blue en California Paints' European Grey. Vloerkleed, Serena & Lily.
De eettafel in de eetkamer is van het in Chicago gevestigde Jayson Home, waar Kirk vice-president merchandising is. Het tapijt, naar verluidt afkomstig uit een kasteel in Engeland, is daar op een rommelmarkt gekocht. De stoelen zijn ook van Jayson Home, met op maat gemaakte kussens gemaakt van vintage graanzakken van de Cloth Shop in Londen. Gordijnen, Rechts, Restauratiebeslag.
Hoewel mooi, wist Kirk dat deze woonkamer niet zou werken met een peuter. De gemakkelijk te bevlekken stoffen banken waren de eersten die gingen.
"We zijn verzamelaars", zegt Kirk. "Ik reis zoveel voor mijn werk en kom altijd met iets thuis." In de woonkamer worden collecties weergegeven op Ikea-planken omlijst door spiegelwanden. De Jayson Home bank is uitgevoerd in een Sunbrella stof.
"Ik heb een grote snijplank die ik op de poef zet als we hier eten", zegt hij. De Lee Industries for Jayson Home poef is uitgevoerd in JB Martin fluweel. Het plafond is geschilderd in Stardust door Benjamin Moore.
De bank, bedekt met gemarmerde stof, is een blikvanger. Sterker nog, de stof verbergt vrijwel alles.
Met een baby op komst, veranderde Kirk hun televisiekamer in een kinderkamer. Maar hij vond dat hun huis niet compleet zou zijn zonder een gezellige studeerkamer, dus voegde hij de familie-ontmoetingsruimte toe aan hun eetgedeelte.
In de kinderkamer zorgen zwart-wit gestreepte wanden voor een visuele link met de rest van het huis. Beddengoed, Land van Nod. De mobiel komt uit Parijs.
In de hoofdslaapkamer verhullen zwarte muren het kanaalwerk. Raamschermen, Smith & Noble. Het bed is bedekt met beddengoed van Pine Cone Hill en gestreepte kussens van Jayson Home.
Zie je hier iets dat je leuk vindt? Bekijk onze winkelgids voor waar je het kunt vinden.
Dit verhaal is oorspronkelijk gepubliceerd in het nummer van februari 2018 van Huis Mooi.